Na een Duits offensief in
1915 kwam
het noordelijke deel van het Oostfront voorlopig tot stilstand ten
zuidwesten van Riga en
verderop langs de rivier de Daugava. Op het
eind van de oorlog
aan het Oostfront met de Vrede van Brest-Litovsk ging de strijd
echter over in een strijd voor de onafhankelijkheid van de
Baltische landen. Hierin mengden zich ook achtergebleven Duitse
militairen en militaire missies en militaire eenheden uit de
geallieerde landen die naar de
Baltische Staten waren gestuurd om te helpen het
Bolsjevistische
regime in Rusland ten val te brengen. Dit
komt ook tot uiting in de monumenten die men in
de Baltische Staten aantreft.




Lozmetejkalns (Machinegeweerheuvel) in Letland ten zuidwesten van Riga
is een van de weinige
plaatsen in de Baltische Staten langs de voormalige frontlijn die
thans gemarkeerd worden door een
monument. Hier vond tijdens WO I de belangrijkste militaire operatie in
Letland plaats in een poging het
front te doorbreken en de erachter liggende gebieden te bevrijden. De
aanvallende eenheid
van het Russische leger bestond voornamelijk uit Letse infanteristen
(strelnieki). De actie begon op 23
december 1916
(volgens de Juliaanse kalender) en leek aanvankelijk succes te hebben
(de zgn.
Kerstgevechten).
In een Duitse tegenaanval in januari 1917 werd de eenheid van het
Russische leger echter teruggeslagen, hoewel Lozmetejkalns onbezet
bleef.
In 1977 is op de heuvel een monument opgericht dat gemaakt is door
Voldemārs
Birznieks (foto linksboven). Pas in 1993 is er een plakette op
aangebracht met de tekst (vertaald): Lozmetejkalns –
Ter herdenking van de
Kerstgevechten van de Letse Strelnieki. Bij de heuvel
bevindt zich een informatiebord (foto rechtsboven). Op de
heuvel en in de omgeving zijn nog loopgraven te zien (foto's
onderste rij). De gevechten worden ieder jaar in januari in de buurt
van
Lozmetejkalns herdacht.
–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–


De twee foto's boven tonen een monument langs de weg van Daugavpils in
Letland naar de grens met Litouwen. Het is
in de periode 1932-1933 opgericht evenals andere gelijke monumenten. De
tekst op het monument op de foto luidt:
Voor de gevallenen in de
Grote Wereldoorlog
1914-1917
Voor de soldaten van het
Russische Leger


De twee foto's boven laten het monument voor de Letse Strelnieki
(riflemen, infanteristen) in Riga zien. De
Letse Strelnieki vormden een eenheid
in het Letse leger die in 1915 was
opgericht. Ze speelden een belangrijke rol in de strijd tegen de
Duitsers. In 1917 kozen ze de zijde van de bol-
sjewieken en werden toen
bekend als de Letse Rode Strelnieki. Ze namen actief deel aan de
Russische
Revolutie en trachtten daarna het bestuur
van Sovjet-Rusland ook
in Letland te vestigen. In 1920 werd er een vredesverdrag tussen
Letland en Sovjet-Rusland getekend en werd de een-
heid van de Letse Strelnieki opgeheven.
Het monument staat op het Plein van Ratslaukums. Het is een
ontwerp van D. Driba dat werd uitgevoerd door de beeldhouwer Valdis
Albergs. Het
toont drie Strelnieki, de Commissaris, de Arbeider en de Boer, die de
brug verdedigen, in gepolijst graniet. Het monument werd in
1971
geplaatst
tegenover wat toen het Herdenkingsmuseum voor de Letse Rode Strelnieki
was en dat in 1970 was geopend (sinds 1993 is dit het Letse
Bezettings-
museum, dat is gewijd aan de jaren 1940-1991). Het monument is
omstreden, want vertegenwoordigt het nu de Letse helden die in het
begin van
de Eerste Wereldoorlog het land tegen de Duitse invallers verdedigden
of vertegenwoordigt het de Sovjetbezetting, aangezien Strelnieki tot de
persoonlijke lijfwacht van Stalin behoorden?


Op 15 oktober 1919 intervenieerde een eskader van vier Britse en vier
Franse oorlogsschepen in de Letse onafhankelijkheidsstrijd door het
Fort
van Daugavgriva in Riga te beschieten, dat door Russische
bolsjewistische troepen was bezet. De commandant van het eskader was
kapitein-ter-
zee Jean-Joseph Brisson. Bij de gevechten die hierop volgden kwamen een
aantal zeelieden om het leven. Thans herdenkt een
plaquette nabij het
centrum van Riga de commandant en de
omgekomen zeelieden (zie foto's boven). De tekst van de
plaquette is in het Frans en Lets en luidt:
Ter herinnering aan
Kapitein-ter-zee Jean-Joseph Brisson,
commandant van de Frans-Britse zeemacht die bijdroeg
aan de bevrijding van de stad Riga in oktober-november 1919,
en aan alle zeelieden die in de strijd onder zijn bevel gestorven zijn.
Frankrijk-Letland
28.V.2007







Op de Bralu
Kapi begraafplaats (de "Broederbegraafplaats") in het Mezapark in Riga
zijn de Letse en Siberische Strelnieki (riflemen; infanteristen)
begraven, die in de Eerste Wereldoorlog
bij
de gevechten om Riga gesneuveld zijn, alsook de Letse Rode Strelnieki
(zie boven), die omgekomen zijn bij de pogingen van de bolsjewieken in
die tijd om de Sovjetmacht in Letland te
vestigen. Ook bevinden er
zich graven van in de Tweede Wereldoorlog gesneuvelde Letse partizanen
en Sovjetsoldaten.
Al op 26 september 1914 ontving de gemeenteraad van Riga het verzoek om
een terrein ter beschikking te stellen voor het begraven van
soldaten die in de gevechten van de Eerste Wereld-
oorlog gesneuveld waren. Hieruit is de huidige begraafplaats ontstaan.
De eerste begrafenissen vonden op 15 oktober 1915
plaats. In 1923 werd er een ontwerpwedstrijd voor de begraaf-
plaats
uitgeschreven, die werd gewonnen door de beeldhouwer Karlis Zale. Deze
begon samen met de architecht A. Birznieks en de landschapsontwerper
A. Zeidaks in 1924 met de uitvoe-
ring van zijn opzet, met verdere
medewerking van de architect P. Feder en de beeldhouwers M. Smalcs, N.
Maulics en P. Banders. Het werk was in grote lijnen in 1936 klaar. De
foto links-
boven laat de ingangspoort van de majestueuze begraafplaats
zien. Boven de ingang staan de jaartallen 1915 (de eerste
begrafenissen) en 1920 (einde van de Letse
Onafhankelijkheidsoorlog)
met ertussen het wapenschild van Letland.
Links en rechts van de doorgang bevinden zich twee sculpturen. De
foto midden-boven toont de sculptuur links: strijders gekleed
in
kostuums van
het oude Letland die met gebogen hoofd en de vaandels naar
beneden eer bewijzen aan hun gevallen medestrijders. De sculptuur
rechts (niet op een foto) laat strijders zien die met opgeheven
vaandels de
strijd ingaan. Achter de poort bevindt zich een 205 meter lange allee,
omzoomd door linden, die in de Letse folklore vrouwelijkheid en
tederheid symboliseren. Voor de trappen
op het eind van de laan die
naar het eigenlijk kerkhof leiden (foto middelste rij links), staat het
stenen Altaar met de eeuwige vlam (foto rechtsboven). Rondom het
Altaar staan eiken die ver-
wijzen naar de vastberadenheid en
moed van de soldaten die hier begraven zijn. De eeuwige vlam werd op 22
juli 1958 ontstoken, toen de stoffelijke overschotten van
Strelnieki en partiza-
nen gevallen tijdens de Tweede Wereldoorlog op de
begraafplaats werden bijgezet. Vanaf de trappen heeft men een goed
overzicht
over de graven (foto middelste rij midden). De detailfoto's
middelste
rij rechts en linksonder laten graven van in WO I gevallenen zien. Deze bevinden zich vooral links gezien vanaf de
trappen. In totaal zijn er ongeveer 2.000 graven; bij zo'n 300 daar-
van
is de naam van de gesneuvelde niet bekend. De begraafplaats Bralu Kapi wordt afgesloten met een groot
monument van de treurende Moeder-Land (foto's middelste rij
midden en
mid-
denonder). Aan haar voeten liggen de lichamen van twee
dodelijk
gewonde strijders. In de ene hand houdt ze een vaandel, dat
verdriet symboliseert, en in de andere een krans van eikebla-
deren,
symbool van de overwinning. Hiermee kroont ze de hoofden van de
gevallenen. In een nis onder het beeld bevindt zich een urn met
aarde uit verschillende streken van Letland. Vóór
de muur houden vier
knielende Letse soldaten de wapenschilden van de vier oude Letse
provincies vast: Zemgale, Kurzeme, Vidzeme en Latgale. Tegenover
de sculptuur van de Gevallen
Broers is de graftombe van Karlis Zale
(1888-1942) (niet op een foto). De foto rechtsonder toont een muur met
namen van gevallenen in de periode 1915-1920. Deze bevindt zich bij
bin-
nenkomst op de begraafplaats rechts van de trappen. Links bevindt
zich ook zo'n muur. Links en rechts van de trappen maar buiten de
eigenlijke begraafplaats bevinden zich kleine gedenk-
ruimtes (foto's onderste rij).
2)
Litouwen

Klaipeda en omgeving maakte lange tijd deel uit van Pruisen en
vervolgens van het Duitse Keizerrijk. De stad heette in die tijd Memel.
Bij het
Verdrag van Versailles werd de regio van Duitsland losgemaakt maar wat
precies de status zou worden was nog onzeker. Litouwen wilde het
gebied echter aan zijn grondgebied toevoegen, ensceneerde er in januari
1923 een opstand en annexeerde het. Een maand later werd de anne-
xatie door de Volkenbond erkend. Het monument op de foto hierboven in
Silute, dat tot de regio van Memel behoorde, herdenkt dit
feit.


In
het noorden van Klaipeda (voorheen Memel)
bevindt zich een groot Duits kerkhof voor soldaten gesneuveld in de
Eerste
Wereldoorlog. De begraafplaats werd in 1915 aangelegd en er werden on-
geveer 100 soldaten begraven. Later, in 1930-31,
toen de begraafplaats heringericht werd, lagen er
146
gevallenen. In 1944-45 werd er een afdeling voor
soldaten gesneuveld in WO II
toegevoegd
(vandaag de dag met een eigen ingang). Oorspronkelijk zouden er 1244
soldaten begraven zijn. Na vertrek van de Duitse machthebber
in 1945 is de
begraafplaats vernield en een aantal jaren later werd
er een pretpark
aangelegd. Vanaf 1995 zijn de begraafplaatsen opnieuw aangelegd en op 2
augustus 1998 zijn
ze officieel ingewijd. Ze worden ook gebruikt om er graven uit
de omgeving naartoe te
brengen. In totaal zullen er dan er 5.000
doden liggen. Alle nu aanwezig monumenten en gedenkstenen zijn
nieuw. De
kruizen op de begraafplaats markeren plaatsen waar oorspronkelijk
graven zijn
geweest.
De foto boven links laat een van de ingangen van de begraafplaats van
de Eerste
Wereldoorlog zien. De muur links van deze ingang bevat oude
gedenkstenen met namen van gevallen soldaten
in deze
oorlog (foto midden). De foto rechts geeft een
indruk van de begraafplaats.



Na de onafhankelijkheid van Litouwen in 1920, die net als in het geval
van Letland en Estland een uitvloeisel was van de Eerste Wereldoorlog,
werd er in Kaunas een plein met vrijheidsmonumenten
aangelegd (zie de foto's boven). De foto
links geeft een overzicht van het plein in de huidige staat. Op het
eind
bevindt zich het Graf voor de Onbekende Soldaat met de eeuwige vlam
(foto midden). In
het graf bevindt zich het lichaam van een soldaat die is
gesneuveld in de strijd tegen de
bolsjewieken die na het einde van de Eerste Wereldoorlog volgde. Dit
monument werd gemaakt door beeldhou-
wer-architect J. Zikaras
Dubnecky. Het is een open haard van zes meter hoog gebouwd van stenen
die zijn verzameld op de slagvelden van de onafhankelijkhiedsoorlog. Op
de plaat boven de nis met
de eeuwige vlam staan de woorden "Die stierf voor de Litouwse
onafhankelijkheid". Erboven bevindt zich een Vytiskruis. Het monument
werd op 16 oktober 1921 onthuld. Eind 1949, toen Litouwen
inmiddels was opgegaan in de Sovjetunie, werd alles gesloopt. Delen
ervan kwamen in musea terecht. Na de nieuwe onafhankelijkheid in 1989
werd de restauratie ter hand genomen door een daartoe
ingestelde commissie. Het Vrijheidsmonument werd zo veel
mogelijk
in dezelfde staat hersteld, ook weer met stenen die van het slagveld
afkomstig waren. De architect van het project was Zita Cicins-
kiene. Het herstelde monument werd op 16 november 1990 onthuld. Rondom
en nabij het plein staan nog meer monumenten. De foto rechts toont het
Vrijheidsbeeld op het andere eind van het plein.