terug naar de inleiding
terug naar de homepage
Eerste Wereldoorlog - Foto's van het Westfront
het gebied van de Somme
Newfoundland Memorial Park (Parc
Terre-Neuvien) bij
Beaumont-Hamel. Foto linksboven toont de reserveloopgraven van de derde
linie,
foto rechtsboven loopgraven
van de eerste linie bij de Sommeslag op 1 juli.
Rechtsboven op de foto rechtsboven het niemandsland en in de verte de
Duitse loopgraven.
Omdat de verbindingsloopgraven
naar de eerste linie direct al vol doden en
gewonden van de Britse aanvallers lagen, moesten de onervaren
Newfoundlandse
soldaten, die in de derde linie gelegen waren,
direct vanuit de derde linie
aanvallen. Mede door de eigen prikkeldraadversperringen bleek een
veldje als
op de foto linksonder vrijwel onneembaar. De foto rechtsonder
toont het ter
herinnering opgericht Carabou-monument.
Iets ten zuidoosten van het Newfoundland
Memorial Park op de
weg naar Thiepval bevindt zich Ulster Memorial Tower ter herinnering
aan het
optreden van de 36e Ulster Division
die hier en elders aan het
Westfront gevochten hebben en gesneuveld zijn. De toren is in 1921
opgericht en
is een kopie van de St Helen's Tower in Clandeboye, County Down.
De foto rechts
toont de gedenkruimte in de toren.
In het 45m hoge Thiepval Memorial to the
Missing (foto
linksboven) staan de namen gegraveerd van 73.367 Britse en
Zuidafrikaanse soldaten die aan het front vermist zijn
maar nooit zijn teruggevonden
(foto rechtsboven). Bij het monument ligt ook een begraafplaats voor
300
Engelse en 300 Franse onbekende soldaten (foto onder).
Albert is één van
de stadjes langs het Westfront die in de
oorlog geheel of gedeeltelijk verwoest werden. In 1914 werd Albert door
de
Duitsers bezet, maar het werd al
weer snel door de Fransen heroverd en tot
uitvalsbasis voor Franse en later Britse troepen gemaakt. De toren van
de
basiliek op de foto werd gebruikt als uitkijktoren.
Op 15 januari 1915 werd de
toren door een beschieting geraakt. Het vergulde beeld van de maagd
Maria met
het kind Jezus viel weliswaar om maar bleef in horizontale
positie hangen. De
Geallieerden geloofden dat de oorlog afgelopen zou zijn, als het beeld
zou
vallen. De Duitsers waren er onzeker over of een val voor hun een
overwinning
of
een nederlaag betekende. Uiteindelijk schoot de Engelse artillerie de
maagd
eraf, toen de Duitsers Albert in 1918 opnieuw hadden ingenomen en de
toren ook
als
uitkijkpost gebruikten.
Norfolk Cemetery bij
Bécordel-Bécourt,
één van de
vele oorlogskerkhoven in het gebied van het voormalige Westfront. Dit
kerkhof
werd al in augustus 1915 begonnen
door het 1e Norfolk regiment en later ook door
andere eenheden gebruikt. Na de oorlog werden er ook gevallen van
graven uit de omgeving naar toegebracht.
Het kerkhof omvat thans 548 graven.
Bij het begin van de Slag aan de Somme,
op 1 juli 1916, werden
onder de Duitse stellingen zestien zeer zware mijnen tot
ontploffing
gebracht, die enorme kraters sloegen.
De foto toont één van deze kraters, de
Lochnagar Crater nabij La Boiselle. De krater is ruim honderd meter in
doorsnee
en dertig meter diep.
Het Zuidafrikaanse herdenkingspark en
monument bij Longueval
(foto links) werd op 10 oktober 1926 ingewijd. Het herdenkt niet alleen
de
gevallen Zuidafrikaanse soldaten
aan het Westfront maar ook die bij de
verovering van de Duitse kolonies in Afrika. Achter het monument
bevindt zich
een museum waarin de geschiedenis van de
Zuidafrikanen vanaf de Eerste
Wereldoorlog tot aan de Korea-oorlog wordt weergegeven. In het bos, dat
na de
oorlog opnieuw ingeplant is, zijn de namen van de loopgraven
die zich op het
terrein bevonden in stenen aangegeven. Tegenover het herdenkingspark,
aan de
andere kant van de weg, bevindt zich het Delville Wood Cemetery (foto
rechts).
Op deze na de oorlog ingerichte begraafplaats bevinden zich 5.523
gevallen die
hier van andere tijdelijke begraafplaatsen en direct vanaf het
slachtveld
naartoe zijn gebracht.
Het Caterpillar Valley Cemetery ten
westen van Longueval
werd in augustus 1918 ingericht voor 25 gevallenen van de 38e (Welsh)
Divisie
van het Britse leger. Na de
wapenstilstand werden hieraan meer dan 5.500
soldaten van begraafplaatsen uit de omgeving en vanaf het slagveld
toegevoegd,
waarvan de meesten in het najaar van 1916
gesneuveld waren. Op de begraafplaats
bevindt zich ook een monument ter herdenking van de meer dan 1200
soldaten van
de New Zealand Division die in de Slag
aan de Somme gesneuveld zijn en waarvan
de laatste rustplaats niet bekend is.
De foto links toont het Tank Corps
Memorial nabij Pozières
dat het feit herdenkt dat hier voor het eerst in de geschiedenis tanks
werden
ingezet. Het bevindt zich tegenover
het Australian Memorial ( foto rechts) dat
de zware strijd herdenkt die de Australiërs hebben moeten
leveren om deze
heuveltop te veroveren.
De Butte de Warlencourt is het uiterste
punt dat de
Geallieerden in de Slag aan de Somme bereikten en wel op 20 november
1916. Het
nu onschuldig uitziende heuveltje was
destijds gefortificeerd en eronder waren
tunnels gegraven. Vanwege de granaten die er mogelijk liggen is het er
nog
steeds gevaarlijk. Op de top is nu een herdenkingsmonument
geplaatst.
Het dorp Serre werd al op de eerste dag
van de slag
aangevallen maar kwam pas na het terugtrekken van de Duitsers op het
eind in
Geallieerde handen. Het Serre Road Cemetery
No. 3 met 84 graven is een van de
vele begraafplaatsen hier. De foto rechts toont een blik over het
voormalige
slagveld vanaf de ingang van de begraafplaats.
De Duitse oorlogskerkhoven in Frankrijk
worden gekenmerkt door
zwarte kruizen en graftekens omdat na de oorlog was bepaald dat witte
graftekens
waren voorbehouden
aan de Geallieerden. De foto hierboven toont de Duitse
begraafplaats bij Achiet-Le-Petit, waar 1147 Duitse soldaten begraven
zijn.
Verder bevinden zich er de graven van
50 Britse soldaten en 39 soldaten uit
Nieuw-Zeeland.
Zicht op het slagveld nabij Curlu met in de verte de Somme. Bij het bosje rechts bevonden zich Duitse loopgraven die op 1 juli 1916 door de 39e divisie van de Fransen veroverd werden.
Het Mémorial de Rancourt
nabij Rancourt aan de RN 17 werd
opgericht door de ouders van een gevallen Franse soldaat ter
nagedachtenis aan
hun zoon en al zijn medestrijders
die hier in de Slag aan de Somme gevallen
zijn. Achter het Mémorial bevindt zich de grootste Franse
begraafplaats in het
Sommegebied met 8566 graven. Aan de andere kant
van de weg bevindt zich een
Duits oorlogskerkhof.
De Franse begraafplaats achter de Mémorial de Rancourt
De Duitse begraafplaats tegenover de
Mémorial de Rancourt.
Onder de meeste kruizen bevinden zich drie of vier graven. Merk op dat
ook hier
de Duitse graven voorzien
zijn van zwarte kruizen, anders dan de Franse graven
op de foto's hierboven, die van witte kruizen voorzien zijn.
|
Toen de Duitsers zich in 1917 op
de Hindenburglinie |
–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–.–
Links naar mijn andere foto's van de Eerste Wereldoorlog: Het Westfront Het Oostfront Het
Oostenrijks-Italiaanse Front |
terug naar de inleiding
terug naar de homepage